zondag 29 januari 2012

Over het gezin

Han Versluys-Aldus, over haar ouders en de thuissituatie:


Mijn ouders waren een gelukkig getrouwd stel mensen die als het ware voor elkaar geschapen waren.
Vader was heel rustig en evenwichtig en, hoewel reeds jong behept met een zwak hart, een altijd doende en denkende man die ook in de nacht, als hij de slaap niet vatten kon, plannen voor 'zijn blinde kinderen' beraamde, hetgeen mijn moeder uiteraard niet toejuichte.
Moeder was in alle opzichten zijn rechterhand, een vrouw met een heel goed verstand en inzicht.

We hadden een fijne rustige jeugd met ouders die, beide uit atheïstische hoek komende, tijdens hun huwelijk christen werden.
Hierdoor werden wij opgevoed zonder calvinistische regels en dogma’s, maar werden de waarden van een juiste levenswandel vanuit Godsvertrouwen ons aangereikt.

Ongeveer 90 jaar geleden woonden zij in Zeist op het plein van de Broedergemeente met kinderen Arie en Ied en namen daar in het gezin enkele blinde kinderen op.

Na korte tijd, terwijl vader en moeder in het buitenland waren ter verbreding van hun kennis omtrent het blindenwezen, vloog het huis in brand en werd de nog tot op heden bestaande inrichting met internaat aan de Utrechtseweg gebouwd.
Vader was directeur en moeder hoofd van het internaat.
De naam Bartiméus ontleende vader aan de geschiedenis uit de Bijbel.

Ik herinner mij nog goed hoe vader en moeder beiden een op hout aangebrachte kaart van Europa fabriceerden. Eerst een tekening gemaakt, daarna sloeg mijn vader de door mijn moeder aangereikte spijkertjes in een grote plank.

Daar vader zo’n zwak hart had moest hij af en toe een rustkuur ondergaan waarvoor hij van de arts elders moest kuren. Daardoor logeerde hij in Hattum bij een zuster van moeder waar hij, zo herinner ik mij, in de serre lag. Ook daar werd de tijd benut door het schrijven van twee boeken nl. Blinde Hendrik en Het Lichtloze Land.

In ons gezin was hij altijd het rustpunt voor iedereen, ook voor de buitenwacht.
Bij ons kon, ondanks vaders gezondheid, iedereen terecht.


Jarenlang hadden we een zoon van een zeer goed gesitueerde dame in huis omdat er geen land mee te bezeilen was. Zij deed een beroep op mijn vader als pedagoog.

Later studeerde deze jongen af als ingenieur in Zürich.
Weer werd er een beroep op mijn ouders gedaan en buitelde er een jongen uit Amsterdam binnen, die ook na jaren goed terecht kwam.

Sociaal gezien waren er veel mensen over de vloer.

Ik herinner mij dat vader ‘s avonds veel las, veelal boeken in Frans, Duits en Engels. Hij zei dan: 'dit is nodig om mijn talen te onderhouden'.
Dat was ook zo, want hij en moeder gingen bijv. naar Engeland om, naast het eerdere bezoek aan Duitsland, hun kennis uit te breiden.

Moeder gaf overal in Nederland lezingen over het blindenwezen.
Tevens was zij nog presidente van de landelijke Vrouwenbond (N.C.V.B. - Nederlandse Christelijke Vrouwen Bond), afdeling Zeist.
Daarnaast was zij ook nog blokhoofd* van de Bescherming Bevolking (B.B.)
* Blokhoofd: had leiding over een district.

Verhalen vertellen was ook een sterke kant thuis, evenals muziek.
Vader speelde viool en orgel, de kinderen kregen pianoles.
Spellen waren ook veel aan de orde, evenals partijen met vriendjes en vriendinnetjes.

Iedere Zondag was het bal, want dan ging vader, als moeder ‘s avonds kerkte, met ons plus vriendinnen naar het bos om verstoppertje te spelen. Ook reed hij op een Harley Davidson; deze motor stond in de marmeren gang met rode loper.

Als kind mochten we ook weleens mee naar Bartiméus, dat was heel leuk.

‘s Morgens, als de kinderen moesten beginnen, stond mijn vader in de deuropening en floot op zijn fluitje. Dan was ik altijd heel verbaasd hoe ieder precies het lokaal wist te vinden waar hij/zij moest zijn.
Ook mijn verwondering over het feit dat, toen er een leerling ziek in het ziekenhuis lag en mijn vader met een brief binnenkwam, er direct geroepen werd ‘Ha, bericht van……..’
Blijkbaar werd dit geroken!!

Groot was de blijdschap thuis toen er voor het eerst een blind meisje als huishoudelijke hulp geplaatst kon worden, na een gedegen opleiding van mijn moeder.
In die tijd, rondom de jaren ’30, een openbaring!

Enige jaren later stimuleerde vader een leerling met twee glazen ogen om naar het gymnasium te gaan. Na zijn eindexamen studeerde deze jongen af als theoloog en preekte jaren lang, waarbij zijn geleidehond hem tot op de preekstoel begeleidde.
Later heeft deze jongen zich ook nog als dichter ontwikkeld en worden zijn liederen nog dikwijls in de kerken gezongen.


Gezinssamenstelling

Gerard Adrianus Aldus (* Barneveld, 22-1-1883 - † Zeist, 26-4-1933)
Cornelia Martens de Boer (* Tietjerksteradeel, 22-10-1882 - † Zeist, 28-1-1945)
Gehuwd: 25-09-1912

Arie Everhardus Martinus Aldus (* Hilversum, 13-1-1914, † Zeist, 1-3-1990)

Ida Nieske Aldus (* Hilversum, 12-8-1919, † Los Angeles USA, 2-2-2008)
Johanna Andrea Aldus (* Zeist, 11-9-1923 - Den Haag, 24-10-2016)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten