zondag 29 januari 2012

G.A. Aldus
















Gerard Adrianus Aldus
* Barneveld, 22-1-1883 - † Zeist, 26-4-1933.

Over de oprichter en eerste directeur van blindeninstituut Bartiméus

Aldus, Gerardus Adrianus. Geboren te Barneveld op 22 januari 1883, overleden te Zeist op 26 april 1933, onderwijzer, directeur, hoofd der school Barthiméus, directeur van blindeninstituut Bartiméus, zoon van Arie Aldus en van Johanna Andrea Verschuur, trouwde Cornelia Martens de Boer. Begraven op de Algemene Begraafplaats aan de Woudenbergseweg, graf vak B, nummer 169. Vestiging te Zeist op 26 september 1919; adressen: (1) Zusterplein 4, (2) Boschlaan 11, (3) Pauw van Wieldrechtlaan 11.

Gerard Adrianus Aldus werd op 19-jarige leeftijd onderwijzer en werkte achtereenvolgens aan twee stads- en drie plattelandsscholen. In 1910 werd hij inwonend onderwijzer aan Klein Warnsborn. Daarna is hij werkzaam geweest aan een Ulo-school te Hilversum. In 1919 werd hij de eerste directeur van het blindeninstituut 'Bartiméus' aan het Zusterplein te Zeist.



 

Over het gezin

Han Versluys-Aldus, over haar ouders en de thuissituatie:


Mijn ouders waren een gelukkig getrouwd stel mensen die als het ware voor elkaar geschapen waren.
Vader was heel rustig en evenwichtig en, hoewel reeds jong behept met een zwak hart, een altijd doende en denkende man die ook in de nacht, als hij de slaap niet vatten kon, plannen voor 'zijn blinde kinderen' beraamde, hetgeen mijn moeder uiteraard niet toejuichte.
Moeder was in alle opzichten zijn rechterhand, een vrouw met een heel goed verstand en inzicht.

We hadden een fijne rustige jeugd met ouders die, beide uit atheïstische hoek komende, tijdens hun huwelijk christen werden.
Hierdoor werden wij opgevoed zonder calvinistische regels en dogma’s, maar werden de waarden van een juiste levenswandel vanuit Godsvertrouwen ons aangereikt.

Ongeveer 90 jaar geleden woonden zij in Zeist op het plein van de Broedergemeente met kinderen Arie en Ied en namen daar in het gezin enkele blinde kinderen op.

Na korte tijd, terwijl vader en moeder in het buitenland waren ter verbreding van hun kennis omtrent het blindenwezen, vloog het huis in brand en werd de nog tot op heden bestaande inrichting met internaat aan de Utrechtseweg gebouwd.
Vader was directeur en moeder hoofd van het internaat.
De naam Bartiméus ontleende vader aan de geschiedenis uit de Bijbel.

Ik herinner mij nog goed hoe vader en moeder beiden een op hout aangebrachte kaart van Europa fabriceerden. Eerst een tekening gemaakt, daarna sloeg mijn vader de door mijn moeder aangereikte spijkertjes in een grote plank.

Daar vader zo’n zwak hart had moest hij af en toe een rustkuur ondergaan waarvoor hij van de arts elders moest kuren. Daardoor logeerde hij in Hattum bij een zuster van moeder waar hij, zo herinner ik mij, in de serre lag. Ook daar werd de tijd benut door het schrijven van twee boeken nl. Blinde Hendrik en Het Lichtloze Land.

In ons gezin was hij altijd het rustpunt voor iedereen, ook voor de buitenwacht.
Bij ons kon, ondanks vaders gezondheid, iedereen terecht.

Foto's


                            Bartiméus aan het Zusterplein 4 te Zeist



                      G.A. Aldus op de fiets onderweg naar Bartiméus



                        G.A. Aldus met echtgenote C. Martens de Boer
                          en schoolkinderen in de tuin van Bartiméus

Bartiméus

Stichting Bartiméus is een stichting voor slechtziende en blinde mensen. Het is de grootste organisatie in Nederland voor visueel gehandicapten. Bartiméus heeft 16 locaties door heel Nederland. Er werken 2.200 medewerkers en ongeveer 650 vrijwilligers. Zij ondersteunen 12.000 cliënten.

'Bartiméus zet zich in om de kwaliteit van leven van mensen die slechtziend of blind zijn te verbeteren. Met persoonlijk advies, ondersteuning en kennisoverdracht. Hoe dat gebeurt, bepaalt de cliënt zelf. Hij voert de regie over zijn leven en maakt daarin zijn eigen keuzes.'

Geschiedenis

Bartiméus is in 1915 begonnen als Vereeniging tot bevordering van christelijke opvoeding en onderwijs voor kinderen en jongelieden in Zeist. De oprichting vindt plaats op 14 oktober 1915, maar werd officieel goedgekeurd door HKH Koningin Wilhelmina op 27 januari 1916. In 1919 komen de eerste kinderen naar de nieuwe blinden- of brailleschool in Zeist. Op 16 oktober 1949 bestaat de school van Bartiméus 30 jaar. Er zijn dan 93 leerlingen: 81 op de dagschool en 12 op de vakschool. Hiervan waren 82 kinderen inwonend. In dit jaar wordt het onderwijs aan blinden en slechtzienden gescheiden. In 1972 wordt het eerste deel van de ‘Bartiméushage’ geopend, een centrum voor meervoudig gehandicapte mensen in Doorn, door HKH Prinses Margriet. Op Texel wordt ‘Bartiméushoeve’ geopend, een ‘vormingscentrum’ waar cliënten kunnen kennismaken met de natuur van Texel. In 2003 krijgt Bartiméus een nieuw bestuur. De naam Bartiméushage wordt afgeschaft, alle onderdelen gaan nu verder onder de naam Bartiméus. Bartiméus maakt na de fusie met Sonneheerdt op 1 januari 2006 deel uit van Stichting Bartiméus Sonneheerdt. In 2007 gaat Stichting Bartiméus Sonneheerdt verder onder de naam Bartiméus en krijgt een geheel nieuwe huisstijl.

Nu

Bartiméus is uitgegroeid van een instelling die zich voornamelijk richtte op onderwijs aan kinderen en jongeren naar een instelling waar zorg, dienstverlening en onderwijs wordt geboden aan cliënten van alle leeftijden, zowel op locaties als in ambulante vorm. Bartiméus bestaat uit vier sectoren: onderwijs, wonen, werken en dienstverlening. Ze heeft zes werkplaatsen waar ongeveer 600 mensen met een verstandelijke en visuele beperking werken.

Herkomst naam Bartiméus




De naam Bartiméus is ontleend aan een genezingsverhaal van Jezus.
Hierin geneest Jezus de blinde Bar Timeus.

Het wordt zelfs drie keer verteld, door Marcus, door Mattheus en door Lukas. Elke keer met een ander accent.

"Bij de poort van Jericho zit een blinde man, Bartiméus, - eigenlijk Bar Timeus, wat betekent: zoon van Timeus. Bij het naderen van de Heer roept hij luid, hij laat zich door niemand tegenhouden. Jezus vraagt: ‘Wat wilt gij, dat ik u doen zal?’ Bartiméus antwoordt: ‘Mijn Heer, dat ik ziende worde!’ Waarop Jezus zegt: ‘Ga heen, uw geloof heeft u behouden. En terstond werd hij ziende en volgde Hem op de weg."

Het lef van Bartimeus om in beweging te komen en te roepen, en het antwoord van de Heer hebben de oprichters van Bartimeus geïnspireerd om voor deze naam te kiezen.

Voor leerkrachten

Bartiméus stimuleert kinderen en jongeren om zoveel mogelijk gebruik te maken van het reguliere onderwijs. Werkt u in het onderwijs en hebt u een blinde of slechtziende leerling in de klas? Of bent u op zoek naar advies voor een student met een visuele beperking? Dan kan Bartiméus u en uw leerling adviseren bij de omgang met de visuele beperking. Bij u op school of door middel van cursussen bij Bartiméus.

Aan het einde van het voortgezet onderwijs staan jongeren voor een belangrijke keuze. Dit geldt ook voor een leerling met een visusbeperking die uitvalt in het reguliere beroepsonderwijs. Welk beroep past bij mij? Wat zijn mijn talenten en waar liggen mijn interesses? Maar ook wat zijn mijn beperkingen? Bartiméus helpt bij het maken van loopbaankeuzes.
Bartiméus werkt nauw samen met collega-organisaties voor mensen met een visuele handicap. Op het gebied van beroepsscholing zijn de krachten gebundeld met Heliomare, Werkenrode en Hoensbroeck in REA College Nederland. Hier kunnen blinde en slechtziende mensen voor wie persoonlijke aandacht en een kleinschalige setting belangrijk is een beroepsopleiding volgen.
In het beroepsonderwijs is de praktijk een belangrijk onderdeel. Door een BPV-plek (BOL) of een leerwerkplek (BBL) maken leerlingen kennis met de werkpraktijk. Bartimeus zoekt en begeleidt leerlingen naar stages en banen in samenwerking met REA College Nederland en Fama.

Ook helpen wij bij het aanvragen van een Wajong-uitkering, speciaal voor jonggehandicapten.

Wilt u meer weten? Bel de Bartiméus Infolijn 0900 - 77 888 99 (€ 0,05 p/m).

Openingsrede

                                                                                                                                                      16 Oct. 1919

Geacht Bestuur, Dames en Heeren,

Bij de opening van ons nieuw Blindeninstituut zij het mij in de eerste plaats vergund, mijn dank te brengen aan het Bestuur van B. voor het groote vertrouwen in mijn vrouw en mij gesteld, door ons de leiding van deze inrichting toe te vertrouwen.

Dit is niet bedoeld als zinledige frase. Wij zijn ons bewust, hoe groote verantwoordelijkheid ons dit op de schouders legt. In een gewone school heeft de onderwijzer zijne leerlingen eenige uren per dag onder zijne leiding en blijft de taak der opvoeding voor ’t grootste gedeelte op het gezin rusten. Hier worden de kinderen geheel aan ons toevertrouwd. We zullen den ganschen dag met ze samen leven, lief en leed met elkaar deelen. Samen vormen we één gezin, een christelijk gezin, waar de liefde zal moeten heerschen, waar we elkaar zullen moeten leeren verdragen met al onze zonden en gebreken.

Dat het geen gemakkelijke taak is, hoofd van zulk een gezin te zijn, behoef ik u niet te zeggen. We hebben er dan ook zeer tegen opgezien, de verantwoordelijkheid hiervoor op ons te nemen, maar hebben toch gemeend, waar God ons hiertoe riep, in zijn weg te moeten gaan, wetende dat zijn kracht in zwakheid volbracht wordt.

Literatuur

scan van boek Blinde Hendrik
Blinde Hendrik
93 blz., [2de druk ]
Bandontwerper J.L.
Uitgever J.N. Voorhoeve, 's-Gravenhage
Annotatie: Druk 1, 1926;


scan van boek In het land van de Bijbel
In het land van de Bijbel : hoe het er is -- en hoe het er was
218 blz., [7de druk 1946]
Medeauteur I. Snoek
Illustrator Tjeerd Bottema
Uitgever J.N. Voorhoeve, 's-Gravenhage
Annotatie: Druk 1, Nijgh en van Ditmar te Rotterdam, 1926; 6, 1935; 8, 1958;

scan van boek In het land van de bijbel_1
In het land van de Bijbel, eerste deeltje : hoe het er is -- en hoe het er was
112 blz., [7de druk ]
Medeauteur I. Snoek
Illustrator Tjeerd Bottema
Uitgever J.N. Voorhoeve, 's-Gravenhage


Oprichting AVO - Nederlandsche Vereeniging tot bevordering van den Arbeid Voor Onvolwaardige Arbeidskrachten 'Actio Vincit Omnia' (Arbeid overwint alles)

screencapture van Handelingen van het A.V.O.-Congres, Amsterdam, 8-12 October 1928



De personen die bij de oprichting van de AVO betrokken waren, hadden een geheel andere achtergrond dan de CVLG-bestuurders. Ze waren voornamelijk verbonden aan landelijke en gemeentelijke overheidsinstanties die zich met arbeid of gezondheidszorg bezighielden. Voorzitter werd Prof. Mr. P.J.M. Aalberse, lid van de Tweede Kamer, secretaris-penningmeester werd W.F. Detiger, directeur van de Gemeentelijke Arbeidsbeurs in Amsterdam. Dr. N.M. Josephus Jitta, voorzitter van de Gezondheidsraad te Den Haag werd vice-voorzitter en Th. W. te Nuijl, voorzitter van de Raad van Arbeid in Deventer, werd tweede secretaris.

Verder waren bij de AVO-oprichting betrokken:

- G.A. Aldus, directeur van het Christelijke Blindeninstituut Bartiméus te Zeist
- Mr. P.W.J.H. Cort van der Linden, algemeen secretaris van het Verbond van Nederlandse Werkgevers
- Anth. Folmer, directeur van de Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling
- P.J. Fortanier, directeur van de Gemeentelijke Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon in Rotterdam
- Dr. C.T. Kortenhorst, geneesheer van het 'Krankzinnigengesticht' te Vught
- C. van der Lende, hoofdbestuurder van het Nederlands Verbond van Vakvereenigingen te Amsterdam
- Mr. L. Lietaert Peerbolte, Directeur-generaal voor de Volksgezondheid
- C.J.P. Zaalberg, Directeur-generaal voor de Arbeid

Ter bestudering van allerlei deelonderwerpen werden door de AVO speciale commissies in het leven geroepen:

- Commissie voor werkgevers en werknemers
- Commissie voor geestelijk invaliden en zwakzinnigen
- Commissie voor lichamelijk invaliden en sociale verzekering
- Commissie voor blinden en slechtzienden
- Commissie voor doofstommen en slechthoorenden
- Commissie voor tuberculose-patiënten
- Commissie voor maatschappelijk hulpbetoon
Daarnaast werd in april 1930 een Raad van Advies ingesteld, samengesteld uit alle personen die in de bovengenoemde commissies zitting hadden.

Kantoorwerkzaamheden voor blinden

Zeist, November 1931
Geachte Redactie,
Ik zal het zeer op prijs stellen als U onderstaand artikel in het belang der blindenzaak in Uw blad wilt opnemen.
Bij voorbaat dank.
Hoogachtend,
G.A. ALDUS.
Dr. A. van Voorthuijsen, Inspecteur van het Buitengewoon Lager Onderwijs, schrijft in het Tijdschrift voor Buitengewoon Onderwijs:

KANTOORWERKZAAMHEDEN VOOR BLINDEN.


Een leerling van het Instituut ,,Bartiméus” te Zeist heeft het bewijs geleverd, dat bij de aanwezigheid van een goeden aanleg en een behoorlijke wilskracht, een blinde het zoover kan brengen, dat hij door kantoorwerkzaamheid in eigen onderhoud voorziet. Het is van belang van dit geval eenigszins uitgebreid mededeeling te doen, daar er groote behoefte bestaat aan geschikt werk voor blinden, die geen voldoende bevrediging vinden in den meest eenvoudigen handenarbeid van mattenvlechten en mandenmaken. Op alle Nederlandsche blindeninstituten wordt thans gepoogd blinden op te leiden voor kantoorwerkzaamheid. Getracht wordt enkele leerlingen te bekwamen in het met behulp van braillekortschrift opnemen van brieven en in het verder uitwerken van deze brieven op de gewone schrijfmachine.


Een andere weg is op ,, Bartiméus” gevolgd met Jacob de Boer. Deze jongen, thans 17 jaar oud en geheel blind, is de zoon van een Urker visscher. Zijn gezichtsvermogen was van af de geboorte slecht; de volledige blindheid dateert echter van zijn zesde jaar, toen beide oogen ernstig werden verwond door de onvoorzichtigheid van een vriendje, die hem met een tak in de oogen sloeg. Op zevenjarigen leeftijd komt Jacob op ,,Bartiméus”, waar hij het zoo goed maakt, dat aan de gewone schoolvakken, de drie moderne talen, het Esperanto en het machine-schrijven kunnen worden toegevoegd.

Na het diploma voor machineschrijven te hebben behaald, krijgt Jacob door bemiddeling van den Directeur der school een plaats op het kantoor van den houthandel der firma Jongeneel te Utrecht. Op dit kantoor heeft hij tot taak de brieven, die door de dictafoon worden opgenomen, voor verzending gereed te maken. Nadat gebleken is, dat hij dit werk niet kan verrichten, wordt besloten het kantoorleven voorloopig vaarwel te zeggen met de bedoeling het gebruik van de dictafoon grondig te leeren.

Dan begint voor Jacob een tijd van groote inspanning, een tijd van hardnekkig volhouden om de door de machine gesproken woorden zoo zorgvuldig mogelijk en zonder fouten te tikken op zijn ,,Remington”. De strijd gaat vooral tegen de fouten, want de controle van den zienden mensch kan door de blinde niet worden uitgeoefend. Zooals het er staat blijft het er staan en het nalezen van den brief met de bedoeling enkele tikfouten te verbeteren is voor den blinde uitgesloten.

Voor het opnemen van brieven met behulp van de dictafoon zijn drie apparaten noodig. Vooreerst een apparaat, waarin wordt gesproken en waarmede de woorden worden opgenomen op een rol, op dezelfde wijze als een redevoering op een gramofoonplaat wordt vastgelegd. Een tweede apparaat dient om het gesprokene terug te laten zeggen en gelykt in wezen geheel op een gramofoon met dit verschil dat de woorden afgeluisterd worden door middel van een koptelefoon en het toestel elk oogenblik door het verbreken van een electrisch contact, dat met den voet wordt bediend, kan worden stilgezet. Ten slotte is er een derde instrument om de rollen, die vele malen gebruikt kunnen worden, voor een nieuwe brief of voor een reeks nieuwe brieven glad te schaven.

Nadat voldoende oefening is verkregen en daarbij de noodige vaktermen van het houtbedrijf zijn aangeleerd, keert Jacob op het kantoor terug. Hij wordt in de buurt van de zaak in de kost gedaan en dagelijks haalt iemand van het kantoor, die toch langs het kosthuis loopt, hem af en brengt hem weer thuis.


De Directeur en ook de Chef van het kantoor zijn zeer tevreden met den arbeid van den dictafonist. De snelheid, waarmede het werk wordt verricht is ongeveer gelijk aan de snelheid van een typiste, die stenografisch opneemt. Het aantal fouten is uitermate gering en het werk ziet er keurig uit. Als er onduidelijkheden in de opgave voorkomen, loopt Jacob zelf naar de telefoon om opheldering te vragen, aan degene, die den brief heeft opgegeven. In den laatsten tijd komt het voor, dat zelfs Duitsche en Engelsche brieven via de dictafoon worden getypt.

Op mijn nadrukkelijke vraag verklaart de Chef van het kantoor, dat een geheel volwaardige den arbeid, die aan den blinden kantoorbediende is opgedragen, niet beter kan verrichten. Met deze uitspraak hebben we het gevoel, dat wij iets verder zijn gekomen met den arbeid, die aan blinden, althans aan enkele blinden, kan worden toevertrouwd.

Een woord van gelukwensch met het behaalde succes is hier op zijn plaats voor de leerkrachten, die Jacob hebben opgeleid en een woord van dank aan de Directie der firma Jongeneel, die haar aandeel heeft bijgedragen aan de oplossing van het A.V.O. vraagstuk.

Plaatsing van blinde meisjes in de maatschappij

Het zal nu ongeveer een jaar geleden zijn, dat een onzer patiënten mij een courant ter lezing gaf, waarin de Directrice van het Sanatorium Sonnevanck te Harderwijk een stukje schreef over het blinde meisje, dat aldaar werkte. Het stukje trof mij en toen wij in het najaar een nieuwe dienstbode noodig hadden, besprak ik deze kwestie met den Geneesheer-directeur. Er werd besloten om hier ook met een blind meisje de proef te nemen. Ik schreef dit aan den heer Aldus te Zeist, die den volgenden dag reeds kwam om een meisje aan te bevelen.

Zoo kregen wij Kaatje begin October hier als tweede dienstbode in het Zusterhuis. De vader en moeder van Kaatje brachten haar. De blijdschap der ouders over het feit, dat hun kind nu ook een zelfstandige plaats in de maatschappij kreeg, was ontroerend. Nu is Kaatje al ongeveer 5 maanden bij ons. Het is wonderlijk om te zien, hoe zeker ze door het huis loopt, soms met een blad vol glazen en kopjes, zonder iets te breken of tegen iets aan te stooten. Kaatje wascht alles af, wat in het Zusterhuis gebruikt wordt, ze dekt de tafels, veegt de trappen en gangen, poetst de vorken en lepels, en doet allerlei huishoudelijke werkjes. Zij is den geheelen dag bezig.


Daar alles zoo goed met Kaatje ging, aarzelden wij niet om met een tweede blind meisje eveneens een proef te nemen, die nu in de keukenafdeeling van het Sanatorium werkzaam is. Natuurlijk moet de naaste omgeving extra opletten en behulpzaam zijn, maar zij, die hulp geven, waardeeren te meer het groote geluk om zelf goed te kunnen zien. Verder worden de beide blinden als gewone menschen behandeld en nooit beklaagd of voorgetrokken.


Ik geloof, dat het op onzen weg ligt om meer aandacht te wijden aan onze blinde medemenschen, die behalve dat zij het gezicht missen, ook het voorrecht ontberen om te werken en nuttig te zijn.

Vooral grootere inrichtingen, waar voor blinden steeds geschikt werk te vinden is, kunnen op dit gebied wellicht meer doen dan tot heden het geval is. Onbekend maakt onbemind, reden, waarom wij in het kort onze gunstige ervaring met onze blinde meisjes wilden mededeelen.
F.N. VAN STEIN CALLENFELS.
Directrice Sanatorium Zonnegloren, Soest.


In het Maart No. van ,,Refájah,” Chr. Maandblad voor Ziekenverpleging, wordt aan bovenstaand schrijven toegevoegd:

Gaarne plaatsen we deze belangrijke bijdrage tot de casuïstiek der welgeslaagde tewerkstelling van blinde meisjes, waarop we inzonderheid de aandacht vestigen van geneesheeren-directeur en directrices van inrichtingen. Naar de heer G.A. Aldus, Pauw van Wieldrechtlaan 11 Zeist me meedeelde, heeft hij nog verschillende aanmeldingen. Hij wijst er op , dat deze meisjes een zeer stabiel deel van het personeel vormen, daar zij zich, wat begrijpelijk is, niet gemakkelijk verplaatsen, wat ook voor de inrichtingen zelf van belang kan zijn. Als men hem bij een vacature vraagt, kan hij zoo goed als zeker helpen.

V.D.

Artikelen i.v.m. het overlijden van G.A. Aldus






















afbeelding van icoon document.pdf 'G.A. Aldus †' - rubriek Uit den Omtrek - Utrechts Dagblad
http://www.docstoc.com/docs/document-preview.aspx?doc_id=111650010 

afbeelding van icoon document.pdf 'Begrafenis G.A. Aldus' (incompleet) - bron onbekend
http://www.docstoc.com/docs/document-preview.aspx?doc_id=111649999 

afbeelding van icoon document.pdf 'Teraardebestelling G.A. Aldus' - Utrechts Dagblad
http://www.docstoc.com/docs/document-preview.aspx?doc_id=111650038

afbeelding van icoon document.pdf 'G.A. Aldus †' - rubriek Plaatselijk Nieuws - Zeister courant
http://www.docstoc.com/docs/document-preview.aspx?doc_id=111650007 

In het land van de bijbel - leesboek voor de scholen met den bijbel

Afbeeldingen in kleur

afbeelding in kleur uit In het land van de Bijbel - deel 1 en 2